Toggle thick letters.  Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ      
 
   Lā  'Uq  simu Biyaw mi A l-Q iyāmati 
   
     
    075-001 Waarlijk, ik zweer bij den dag der opstanding;
 
   لاَ أُقْ  سِمُ بِيَوْ مِ ا لْقِ يَامَةِ  
  
 
    Wa Lā  'Uq  simu Bin -Nafsi A l-Lawwāmati 
   
     
    075-002 En ik zweer bij de ziel die zich zelve beschuldigt.
 
   وَلاَ أُقْ  سِمُ بِا ل نَّ فْسِ ا ل لَّوَّامَةِ  
  
 
   'Ayaĥsabu A l-'In sā nu 'Allan  Naj ma`a `Ižāmahu  
   
     
    075-003 Denkt de mensch, dat wij zijne beenderen niet bij elkander zullen verzamelen?
 
   أَيَحْسَبُ ا لإِن سَا نُ أَلَّن ْ نَجْ مَعَ عِظَ امَهُ  
  
 
   Balá Q ādir ī na `Alá  'An  Nusawwiya Banānahu  
   
     
    075-004 Ja, wij zijn in staat de kleinste beenderen zijner vingers bijeen te brengen.
 
   بَلَى قَ ادِر ِي نَ عَلَى  أَن ْ نُسَوِّيَ بَنَانَهُ  
  
 
   Bal Yur ī du A l-'In sā nu Liyafjura  'Amāmahu  
   
     
    075-005 Maar de mensch verkiest zondig te zijn (te loochenen) den tijd die vََr hem is.
 
   بَلْ يُر ِي دُ ا لإِن سَا نُ لِيَفْجُرَ  أَمَامَهُ  
  
 
   Yas'alu 'Ayyā na Yaw mu A l-Q iyāmati 
   
     
    075-006 Hij vraagt: Wanneer zal de dag der opstanding zijn?
 
   يَسْأَلُ أَيَّا نَ يَوْ مُ ا لْقِ يَامَةِ  
  
 
   Fa'idh ā Bar iq a A l-Baş aru  
   
     
    075-007 Maar als het oog verblind.
 
   فَإِذَا بَر ِقَ  ا لْبَصَ رُ  
  
 
    Wa Kh  asafa A l-Q amaru  
   
     
    075-008 Als de maan verduisterd zal wezen.
 
   وَخَ سَفَ ا لْقَ مَرُ  
  
 
    Wa Jumi`a A sh -Sh am su Wa A l-Q amaru  
   
     
    075-009 En de zon en de maan vereenigd zullen zijn.
 
   وَجُمِعَ ا ل شَّمْسُ وَا لْقَ مَرُ  
  
 
   Yaq ū lu A l-'In sā nu Yawma'idh in 'Ay na A l-Mafarru  
   
     
    075-010 Op dien dag zal de mensch zeggen: Waar is een toevluchtsoord?
 
   يَقُ و لُ ا لإِن سَا نُ يَوْمَئِذٍ أَيْ نَ ا لْمَفَرُّ  
  
 
   Kallā Lā Wazara  
   
     
    075-011 Volstrekt niet. Er zal geene plaats zijn, om er heen te vluchten.
 
   كَلاَّ لاَ وَزَرَ   
  
 
   'Ilá Ra bbika Yawma'idh in A l-Mustaq arru  
   
     
    075-012 Op dien dag zal de veilige rustplaats met uwen Heer zijn.
 
   إِلَى رَ بِّكَ يَوْمَئِذٍ  ا لْمُسْتَقَ رُّ  
  
 
   Yunabba'u A l-'In sā nu Yawma'idh in  Bimā Q addama Wa 'Akh kh  ara  
   
     
    075-013 Op dien dag zal de mensch vernemen, wat hij het eerste en het laatste heeft gedaan.
 
   يُنَبَّأُ ا لإِن سَا نُ يَوْمَئِذٍ  بِمَا قَ دَّمَ وَأَخَّ رَ   
  
 
   Bali A l-'In sā nu `Alá Nafsihi  Baş īra tun  
   
     
    075-014 Ja, de mensch zal getuigenis tegen zich zelven afleggen.
 
   بَلِ ا لإِن سَا نُ عَلَى نَفْسِهِ  بَصِ يرَ ةٌ  
  
 
    Wa Law 'Alq á Ma`ādh īra hu  
   
     
    075-015 En hoewel hij zijne verontschuldigingen aanbiedt, zullen zij niet worden aangenomen.
 
   وَلَوْ أَلْقَ ى مَعَاذِيرَ هُ  
  
 
   Lā Tuĥarr ik Bihi  Lisānaka Lita`jala Bihi  
   
     
    075-016 Beweeg uwe tong niet (o Mahomet!) door (de openbaringen te herhalen, u door Gabriël gebracht, alvorens hij die geëindigd zal hebben), opdat gij haar spoedig in het geheugen zoudt prenten.
 
   لاَ تُحَرِّكْ بِهِ  لِسَانَكَ لِتَعْجَلَ بِ هِ  
  
 
   'Inn a `Alaynā Jam `ahu  Wa Q ur'ā nahu  
   
     
    075-017 Want het verzamelen van den Koran in uw geheugen, en u de ware lezing daarvan te leeren, komen ons toe.
 
   إِنّ َ عَلَيْنَا جَمْعَهُ  وَقُ رْآنَهُ  
  
 
   Fa'idh ā Q ara 'nā hu Fa A  ttabi` Q ur'ā nahu  
   
     
    075-018 Maar als wij u dien door de tong van den engel zullen hebben voorgelezen, volg dan de lezing daarvan.
 
   فَإِذَا قَ رَ أْنَا هُ فَاتَّبِعْ قُ رْآنَهُ  
  
 
   Th umm a 'Inn a `Alaynā Bayānahu  
   
     
   075-019 En daarna belasten wij ons, u dien uit te leggen.
 
   ثُمّ َ إِنّ َ عَلَيْنَا بَيَانَهُ  
  
 
   Kallā Bal Tuĥibbū na A l-`Ājilata 
   
     
    075-020 Gij zult volstrekt zoo haastig niet zijn voor de toekomst. Maar gij menschen bemint datgene, wat haastig voorbijgaat (het wereldsche).
 
   كَلاَّ بَلْ تُحِبُّو نَ ا لْعَاجِلَةَ  
  
 
    Wa Tadh arū na A l-'Ākh  ira ta 
   
     
    075-021 En gij verwaarloost het volgende leven.
 
   وَتَذَرُو نَ ا لآخِ رَ ةَ  
  
 
   Wujū hun  Yawma'idh in  Nāđira tun  
   
     
    075-022 Op dien dag zullen er aangezichten zijn, die met een levendigen glans zullen schitteren.
 
   وُجُو هٌ  يَوْمَئِذٍ  نَاضِ رَ ةٌ  
  
 
   'Ilá Ra bbihā Nāžira tun  
   
     
    075-023 En die hunne blikken naar den Heer zullen wenden.
 
   إِلَى رَ بِّهَا نَاظِ رَ ةٌ  
  
 
    Wa Wujū hun  Yawma'idh in  Bāsira tun  
   
     
    075-024 Er zullen dien dag ter nedergeslagen aangezichten wezen.
 
   وَوُجُو هٌ  يَوْمَئِذٍ  بَاسِرَ ةٌ  
  
 
   Tažunn u 'An  Yuf`ala Bihā Fāq ira tun  
   
     
    075-025 Zij zullen denken, dat er eene verpletterende ramp over hen zal worden gebracht.
 
   تَظُ نّ ُ أَن ْ يُفْعَلَ بِهَا فَاقِ رَ ةٌ  
  
 
   Kallā  'Idh ā Balagh  ati A t-Tarā q ī 
   
     
    075-026 Zekerlijk. Als de ziel van den mensch (in zijn doodstrijd) tot zijne keel zal opstijgen.
 
   كَلاَّ إِذَا بَلَغَ تِ ا ل تَّرَ اقِ ي  
  
 
   Wa Q ī la Man  ۜ  Rā q  in   
   
     
    075-027 Als de omstanders zullen zeggen: Wie brengt een toovermiddel om hem te doen herstellen?
 
   وَقِ ي لَ مَن ْ ۜ  رَ اقٍ    
  
 
    Wa Ž ann a 'Ann ahu A l-Fir ā q u 
   
     
    075-028 Denkende, dat het oogenblik van zijn vertrek uit deze wereld is gekomen.
 
   وَظَ نّ َ أَنَّ هُ ا لْفِرَ اقُ   
  
 
   Wa A t-Taffati A s-Sā q u Bis-Sā q i 
   
     
    075-029 En het eene been met het andere been zal worden verbonden.
 
   وَالْتَفَّتِ ا ل سَّا قُ  بِا ل سَّاقِ   
  
 
   'Ilá Ra bbika Yawma'idh in A l-Masā q u 
   
     
    075-030 Op dien dag zal hij tot uwen Heer worden gedreven.
 
   إِلَى رَ بِّكَ يَوْمَئِذٍ  ا لْمَسَاقُ   
  
 
   Falā Ş addaq a Wa Lā Ş allá 
   
     
    075-031 Want hij geloofde niet, noch bad.
 
   فَلاَ صَ دَّقَ  وَلاَ صَ لَّى  
  
 
    Wa Lakin  Kadh dh aba Wa Tawallá 
   
     
    075-032 Maar hij beschuldigde Gods profeet van bedrog, en wendde zich af, in plaats van hem te gehoorzamen.
 
   وَلَكِن ْ كَذَّبَ وَتَوَلَّى  
  
 
   Th umm a Dh ahaba 'Ilá  'Ahlihi  Yatamaţ ţ á 
   
     
   075-033 Daarop ging hij tot zijn gezin terug, met hoogmoed wandelende.
 
   ثُمّ َ ذَهَبَ إِلَى  أَهْلِهِ  يَتَمَط ّ َى  
  
 
   'Awlá Laka Fa'awlá 
   
     
    075-034 Daarom, wee over u! het uur nadert.
 
   أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى  
  
 
   Th umm a 'Awlá Laka Fa'awlá 
   
     
   075-035 Het nadert steeds. Wee! en nog eens wee over u; wee!
 
   ثُمّ َ أَوْلَى لَكَ فَأَوْلَى  
  
 
   'Ayaĥsabu A l-'In sā nu 'An  Yutra ka Sud an  
   
     
    075-036 Denkt de mensch, dat hij geheel vrijgelaten zal worden, (zonder toezicht)?
 
   أَيَحْسَبُ ا لإِن سَا نُ أَن ْ يُتْرَ كَ سُد ىً  
  
 
   'Alam  Yaku Nuţ  fatan  Min  Manī yin  Yum ná 
   
     
    075-037 Was hij niet eerst een droppel zaad, die zich gemakkelijk verliest?
 
   أَلَمْ يَكُ نُطْ  فَة ً  مِن ْ مَنِيٍّ  يُمْنَى  
  
 
   Th umm a Kā na `Alaq atan  Fakh  alaq a Fasawwá 
   
     
   075-038 Later was hij een weinig gestold bloed; en God vormde hem in eene juiste evenredigheid.
 
   ثُمّ َ كَا نَ عَلَقَ ة ً  فَخَ لَقَ  فَسَوَّى  
  
 
   Faja`ala Minhu A z-Zawjay ni A dh -Dh akara  Wa A l-'Un th á 
   
     
    075-039 En maakte twee seksen van hem: den man en de vrouw.
 
   فَجَعَلَ مِنْ هُ ا ل زَّوْجَيْ نِ ا ل ذَّكَرَ  وَا لأُن ثَى  
  
 
   'Alay sa Dh ālika Biq ādir  in `Alá  'An  Yuĥyiya A l-Mawtá 
   
     
    075-040 Is hij die dit gedaan heeft, niet in staat de dooden te doen herleven?
 
   أَلَيْ سَ ذَلِكَ بِقَ ادِر ٍ عَلَى  أَن ْ يُحْيِيَ ا لْمَوْتَى  
  
  Toggle thick letters.   Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ