Roman Script    Reciting key words            Previous Sūrah    Quraan Index    Home  

60) Sūrat Al-Mumtaĥanah

Printed format

60) سُورَة المُمتَحَنَه

Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ
Yā 'Ayyuhā Al-Ladhīna 'Āmanū Lā Tattakhidhū `Adūwī Wa `Adūwakum 'Awliyā'a Tulqūna 'Ilayhim Bil-Mawaddati Wa Qad Kafarū Bimā Jā'akum Mina Al-Ĥaqqi Yukhrijūna Ar-Rasūla Wa 'Īyākum ۙ 'An Tu'uminū Billāhi Rabbikum 'In Kuntum Kharajtum Jihādāan Fī Sabīlī Wa Abtighā'a Marđātī ۚ Tusirrūna 'Ilayhim Bil-Mawaddati Wa 'Anā 'A`lamu Bimā 'Akhfaytum Wa Mā 'A`lantum ۚ Wa Man Yaf`alhu Minkum Faqad Đalla Sawā'a As-Sabīli 060-001 O ware geloovigen! kiest mijne vijanden en uwe vijanden niet tot uwe vrienden. Betoont hun geene vriendschap, nu zij niet de waarheid gelooven, die tot u is gekomen; en den gezant en u zelven uit uwe geboortestad hebben verdreven, omdat gij in God uwen Heer gelooft. Indien gij uit uwe woonplaatsen vertrekt ter verdediging van mijnen godsdienst en uit begeerte mij te behagen, en hun in het verborgen vriendschap betoont, waarlijk, ik ken wel wat gij verbergt en wat gij ontdekt; en gij die dit doet, is reeds van den rechten weg afgedwaald. يَ‍‍ا‌ ‌أَيُّهَا‌ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ ‌آمَنُو‌ا‌ لاَ‌ تَتَّ‍‍خِ‍‍ذُ‌و‌ا‌ عَدُ‌وِّي ‌وَعَدُ‌وَّكُمْ ‌أَ‌وْلِي‍‍َ‍ا‌ءَ‌ تُلْ‍‍قُ‍‍ونَ ‌إِلَيْهِمْ بِ‍الْمَوَ‌دَّةِ ‌وَ‍قَ‍‍دْ‌ كَفَرُ‌و‌ا‌ بِمَا‌ ج‍‍َ‍ا‌ءَكُمْ مِنَ ‌الْحَ‍‍قِّ يُ‍‍خْ‍‍رِج‍‍ُ‍ونَ ‌ال‍رَّس‍‍ُ‍ولَ ‌وَ‌إِيَّاكُمْ ۙ ‌أَ‌نْ تُؤْمِنُو‌ا‌ بِ‍اللَّ‍‍هِ ‌‍رَبِّكُمْ ‌إِ‌نْ كُ‍‌‍ن‍‍تُمْ خَ‍رَجْ‍‍تُمْ جِهَا‌د‌ا‌‌ ً‌ فِي سَبِيلِي ‌وَ‌ابْ‍‍تِ‍‍غَ‍‍ا‌ءَ‌ مَرْ‍ضَ‍‍اتِي ۚ تُسِ‍‍ر‍ّ‍‍ُ‍‌ونَ ‌إِلَيْهِمْ بِ‍الْمَوَ‌دَّةِ ‌وَ‌أَنَ‍‍ا‌ ‌أَعْلَمُ بِمَ‍‍ا‌ ‌أَ‍خْ‍‍فَيْتُمْ ‌وَمَ‍‍ا‌ ‌أَعْلَ‍‌‍ن‍‍تُمْ ۚ ‌وَمَ‍‌‍نْ يَفْعَلْهُ مِ‍‌‍نْ‍‍كُمْ فَ‍‍قَ‍‍دْ‌ ضَ‍‍لَّ سَو‍َ‍‌ا‌ءَ‌ ‌ال‍‍سَّبِيلِ
'In Yathqafūkum Yakūnū Lakum 'A`dā'an Wa Yabsuţū 'Ilaykum 'Aydiyahum Wa 'Alsinatahum Bis-Sū'i Wa Waddū Law Takfurūna 060-002 Indien zij u slechts ergens ontmoeten, zullen zij uwe vijanden zijn; zij zullen hunne handen en hunne tongen met boosheid naar u uitstrekken, en zij begeeren ernstig, dat gij ongeloovigen zult worden. إِ‌نْ يَثْ‍‍قَ‍‍فُوكُمْ يَكُونُو‌ا‌ لَكُمْ ‌أَعْد‍َ‍‌ا‌ء‌ ً‌ ‌وَيَ‍‍بْ‍‍سُ‍‍طُ‍‍و‌ا‌ ‌إِلَيْكُمْ ‌أَيْدِيَهُمْ ‌وَ‌أَلْسِنَتَهُمْ بِ‍ال‍‍سّ‍‍ُ‍و‌ءِ‌ ‌وَ‌وَ‌دُّ‌و‌ا‌ لَوْ‌ تَكْفُرُ‌ونَ
Lan Tanfa`akum 'Arĥāmukum Wa Lā 'Awlādukum ۚ Yawma Al-Qiyāmati Yafşilu Baynakum Wa ۚ Allāhu Bimā Ta`malūna Başīrun 060-003 Noch uwe bloedverwanten, noch uwe kinderen zullen u van eenig nut zijn op den dag der opstanding, die u van elkander zal scheiden: en God ziet wat gij doet. لَ‍‌‍نْ تَ‍‌‍ن‍‍فَعَكُمْ ‌أَ‌رْحَامُكُمْ ‌وَلاَ‌ ‌أَ‌وْلاَ‌دُكُمْ ۚ يَ‍‍وْمَ ‌الْ‍‍قِ‍‍يَامَةِ يَفْ‍‍صِ‍‍لُ بَيْنَكُمْ ۚ ‌وَ‌اللَّهُ بِمَا‌ تَعْمَل‍‍ُ‍ونَ بَ‍‍صِ‍‍يرٌ
Qad Kānat Lakum 'Uswatun Ĥasanatun Fī 'Ibhīma Wa Al-Ladhīna Ma`ahu~ 'Idh Qālū Liqawmihim 'Innā Bura'ā'u Minkum Wa Mimmā Ta`budūna Min Dūni Allāhi Kafarnā Bikum Wa Badā Baynanā Wa Baynakumu Al-`Adāwatu Wa Al-Baghđā'u 'Abadāan Ĥattá Tu'uminū Billāhi Waĥdahu~ 'Illā Qawla 'Ibhīma Li'abīhi La'astaghfiranna Laka Wa Mā 'Amliku Laka Mina Allāhi Min Shay'in ۖ Rabbanā `Alayka Tawakkalnā Wa 'Ilayka 'Anabnā Wa 'Ilayka Al-Maşīru 060-004 Gij hebt een uitmuntend voorbeeld in Abraham, en zij die met hem waren, toen zij tot hun volk zeiden: Waarlijk wij zijn onschuldig aan u en aan de afgoden, welke gij naast God vereert; wij hebben afstand van u gedaan (u verloochend; en er is voor eeuwig haat en vijandschap tusschen ons gekomen, tot gij in God alleen gelooft. Doch gij zult Abraham niet navolgen in hetgeen hij tot zijn vader zeide: Waarlijk ik wil vergiffenis voor u vragen; maar ik kan niets ten uwen behoeve van God verkrijgen. O Heer! in u vertrouwen wij, en tot u zijn wij gewend, en voor u zullen wij hiernamaals worden verzameld. قَ‍‍دْ‌ كَانَتْ لَكُمْ ‌أُسْوَةٌ حَسَنَة‌‍ٌ‌ فِ‍‍ي ‌إِبْ‍‍‍رَ‌اه‍‍ِ‍ي‍‍مَ ‌وَ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ مَعَهُ~ُ ‌إِ‌ذْ‌ قَ‍‍الُو‌ا‌ لِ‍‍قَ‍‍وْمِهِمْ ‌إِنَّ‍‍ا‌ بُ‍رَ‌آ‌ءُ‌ مِ‍‌‍نْ‍‍كُمْ ‌وَمِ‍‍مَّ‍‍ا‌ تَعْبُد‍ُ‍‌ونَ مِ‍‌‍نْ ‌د‍ُ‍‌ونِ ‌اللَّ‍‍هِ كَفَرْنَا‌ بِكُمْ ‌وَبَدَ‌ا‌ بَيْنَنَا‌ ‌وَبَيْنَكُمُ ‌الْعَدَ‌ا‌وَةُ ‌وَ‌الْبَ‍‍غْ‍‍ضَ‍‍ا‌ءُ‌ ‌أَبَد‌اً‌ حَتَّى‌ تُؤْمِنُو‌ا‌ بِ‍اللَّ‍‍هِ ‌وَحْدَهُ~ُ ‌إِلاَّ‌ قَ‍‍وْلَ ‌إِبْ‍‍‍رَ‌اه‍‍ِ‍ي‍‍مَ لِأَب‍‍ِ‍ي‍‍هِ لَأَسْتَ‍‍غْ‍‍فِ‍رَنَّ لَكَ ‌وَمَ‍‍ا‌ ‌أَمْلِكُ لَكَ مِنَ ‌اللَّ‍‍هِ مِ‍‌‍نْ شَ‍‍يْء‌ٍۖ ‌‍رَبَّنَا‌ عَلَ‍‍يْ‍‍كَ تَوَكَّلْنَا‌ ‌وَ‌إِلَ‍‍يْ‍‍كَ ‌أَنَ‍‍بْ‍‍نَا‌ ‌وَ‌إِلَ‍‍يْ‍‍كَ ‌الْمَ‍‍صِ‍‍يرُ
Rabbanā Lā Taj`alnā Fitnatan Lilladhīna Kafarū Wa Aghfir Lanā Rabbanā ۖ 'Innaka 'Anta Al-`Azīzu Al-Ĥakīmu 060-005 O Heer! leid ons niet in verzoeking door hen die niet gelooven, en vergeef ons, o Heer! want gij zijt de Machtige, en de Wijze. رَبَّنَا‌ لاَ‌ تَ‍‍جْ‍‍عَلْنَا‌ فِتْنَة ً‌ لِلَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ كَفَرُ‌و‌ا‌ ‌وَ‌اغْ‍‍فِ‍‍رْ‌ لَنَا‌ ‌‍رَبَّنَ‍‍اۖ ‌إِنَّ‍‍كَ ‌أَ‌نْ‍‍تَ ‌الْعَز‍ِ‍ي‍‍زُ‌ ‌الْحَكِيمُ
Laqad Kāna Lakum Fīhim 'Uswatun Ĥasanatun Liman Kāna Yarjū Allaha Wa Al-Yawma Al-'Ākhira ۚ Wa Man Yatawalla Fa'inna Allāha Huwa Al-Ghanīyu Al-Ĥamīdu 060-006 Waarlijk, gij hebt een uitmuntend voorbeeld in hen en in hem; gij die op God en den jongsten dag vertrouwt. Maar hij die zich afwendt, waarlijk, God is almachtig en lofwaardig. لَ‍قَ‍‍دْ‌ ك‍‍َ‍انَ لَكُمْ فِيهِمْ ‌أُسْوَةٌ حَسَنَة ٌ‌ لِمَ‍‌‍نْ ك‍‍َ‍انَ يَرْجُو‌ا‌اللَّ‍‍هَ ‌وَ‌الْيَ‍‍وْمَ ‌الآ‍‍خِ‍‍ر‍َ‍‌ ۚ ‌وَمَ‍‍ن يَتَوَلَّ فَإِنَّ ‌اللَّ‍‍هَ هُوَ‌ ‌الْ‍‍غَ‍‍نِيُّ ‌الْحَمِيدُ
`Asá Allāhu 'An Yaj`ala Baynakum Wa Bayna Al-Ladhīna `Ādaytum Minhum Mawaddatan Wa ۚ Allāhu Qadīrun Wa ۚ Allāhu Ghafūrun Raĥīmun 060-007 Misschien zal God vriendschap doen onstaan tusschen u en hen, welke gij thans voor uwe vijanden houdt; want God is machtig, en God is vergevensgezind en barmhartig. عَسَى‌ ‌اللَّ‍‍هُ ‌أَ‌نْ يَ‍‍جْ‍‍عَلَ بَيْنَكُمْ ‌وَبَ‍‍يْ‍‍نَ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ عَا‌دَيْتُمْ مِ‍‌‍نْ‍‍هُمْ مَوَ‌دَّة ًۚ ‌وَ‌اللَّهُ قَ‍‍د‍ِ‍ي‍‍ر‌ٌۚ ‌وَ‌اللَّهُ غَ‍‍ف‍‍ُ‍و‌ر‌ٌ‌ ‌‍رَحِيمٌ
Lā Yanhākumu Allāhu `Ani Al-Ladhīna Lam Yuqātilūkum Ad-Dīni Wa Lam Yukhrijūkum Min Diyārikum 'An Tabarrūhum Wa Tuqsiţū 'Ilayhim ۚ 'Inna Allāha Yuĥibbu Al-Muqsiţīna 060-008 Wat hen betreft, die geene wapenen tegen u hebben gevoerd wegens den godsdienst, en u niet uit uwe woningen verdreven hebben. God verbiedt u niet, hen vriendschappelijk te behandelen en rechtvaardig jegens hen te zijn. لاَ‌ يَ‍‌‍نْ‍‍هَاكُمُ ‌اللَّ‍‍هُ عَنِ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ لَمْ يُ‍‍قَ‍‍اتِلُوكُمْ فِي ‌ال‍‍دّ‍ِ‍ي‍‍نِ ‌وَلَمْ يُ‍‍خْ‍‍رِجُوكُمْ مِ‍‌‍نْ ‌دِيَا‌رِكُمْ ‌أَ‌نْ تَبَرُّ‌وهُمْ ‌وَتُ‍‍قْ‍‍سِ‍‍طُ‍‍و‌ا‌ ‌إِلَيْهِمْ ۚ ‌إِنَّ ‌اللَّ‍‍هَ يُحِبُّ ‌الْمُ‍‍قْ‍‍سِ‍‍طِ‍‍ينَ
'Innamā Yanhākumu Allāhu `Ani Al-Ladhīna Qātalūkum Ad-Dīni Wa 'Akhrajūkum Min Diyārikum Wa Žāharū `Alá 'Ikhjikum 'An Tawallawhum ۚ Wa Man Yatawallahum Fa'ūlā'ika Humu Až-Žālimūna 060-009 Doch wat degenen betreft, die u om uwen godsdienst bestreden en u uit uwe woningen verdreven, of daartoe mede geholpen hebben, verbiedt God u vriendschap met hen aan te knoopen, en wie het doen, zijn snoodaards. إِنَّ‍‍مَا‌ يَ‍‌‍نْ‍‍هَاكُمُ ‌اللَّ‍‍هُ عَنِ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ قَ‍‍اتَلُوكُمْ فِي ‌ال‍‍دّ‍ِ‍ي‍‍نِ ‌وَ‌أَ‍خْ‍رَجُوكُمْ مِ‍‌‍نْ ‌دِيَا‌رِكُمْ ‌وَ‍ظَ‍‍اهَرُ‌و‌ا‌ عَلَ‍‍ى‌ ‌إِخْ‍رَ‌اجِكُمْ ‌أَ‌نْ تَوَلَّوْهُمْ ۚ ‌وَمَ‍‌‍نْ يَتَوَلَّهُمْ فَأ‍ُ‍‌وْل‍‍َ‍ائِكَ هُمُ ‌ال‍‍ظَّ‍‍الِمُونَ
Yā 'Ayyuhā Al-Ladhīna 'Āmanū 'Idhā Jā'akumu Al-Mu'uminātu Muhājirātinmtaĥinūhunna ۖ Allāhu 'A`lamu Bi'īmānihinna ۖ Fa'in `Alimtumūhunna Mu'uminātin Falā Tarji`ūhunna 'Ilá Al-Kuffāri ۖ Lā Hunna Ĥillun Lahum Wa Lā Hum Yaĥillūna Lahunna ۖ Wa 'Ātūhum Mā 'Anfaqū ۚ Wa Lā Junāĥa `Alaykum 'An Tankiĥūhunna 'Idhā 'Ātaytumūhunna 'Ujūrahunna ۚ Wa Lā Tumsikū Bi`işami Al-Kawāfiri Wa As'alū Mā 'Anfaqtum Wa Līas'alū Mā 'Anfaqū ۚ Dhālikum Ĥukmu Allāhi ۖ Yaĥkumu Baynakum Wa ۚ Allāhu `Alīmun Ĥakīmun 060-010 O ware geloovigen! indien geloovige vrouwen als vluchtelingen tot u komen, beproeft haar: God is wel bekend met haar geloof. En als gij weet dat zij ware geloovigen zijn, zendt haar dan niet tot de ongeloovigen terug. Het is haar niet geoorloofd de ongeloovigen te huwen, en de ongeloovigen mogen haar niet huwen. Maar geeft haren ongeloovigen echtgenooten, wat zij voor hare bruidschatten zullen hebben besteed. Het is u geoorloofd haar te huwen; maar verzeker haar heuren bruidschat. Behoudt de ongeloovige vrouwen niet, maar vraagt datgene terug, wat gij besteed hebt voor den bruidschat van diegene uwer vrouwen, welke tot de ongeloovigen overloopen, en laat hen terugvragen, wat zij besteed hebben voor de bruidschatten hunner vrouwen, die tot u overloopen. Dit is Gods oordeel, hetgeen hij voor u vaststelt; en God is alwetend en wijs. ي‍‍َ‍ا‌أَيُّهَا‌ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ ‌آمَنُ‍‍و‌ا‌ ‌إِ‌ذَ‌ا‌ ج‍‍َ‍ا‌ءَكُمُ ‌الْمُؤْمِن‍‍َ‍اتُ مُهَاجِرَ‍‌ات‌‍ٍ‌ فَامْتَحِنُوهُ‍‍نَّ ‌اللَّ‍‍هُ ۖ ‌أَعْلَمُ بِإِيمَانِهِ‍‍نَّ فَإِ‌نْ ۖ عَلِمْتُمُوهُ‍‍نَّ مُؤْمِن‍‍َ‍ات‌‍ٍ‌ فَلاَ‌ تَرْجِعُوهُ‍‍نَّ ‌إِلَى‌ ‌الْكُفّ‍‍َ‍ا‌ر‍ِ‍‌ لاَ‌ ۖ هُ‍‍نَّ حِلّ ٌ‌ لَهُمْ ‌وَلاَ‌ هُمْ يَحِلّ‍‍ُ‍ونَ لَهُ‍‍نَّ ‌وَ‌آتُوهُمْ ۖ مَ‍‍ا‌ ‌أَ‌ن‍‍فَ‍‍قُ‍‍و‌ا‌ ‌وَلاَ‌ ۚ جُن‍‍َ‍احَ عَلَيْكُمْ ‌أَ‌نْ تَ‍‌‍ن‍‍كِحُوهُ‍‍نَّ ‌إِ‌ذَ‌ا‌ ‌آتَيْتُمُوهُ‍‍نَّ ‌أُجُو‌‍رَهُ‍‍نَّ ‌وَلاَ‌ ۚ تُمْسِكُو‌ا‌ بِعِ‍‍صَ‍‍مِ ‌الْكَوَ‌افِرِ‌ ‌وَ‌اسْأَلُو‌ا‌ مَ‍‍ا‌ ‌أَ‌ن‍‍فَ‍‍قْ‍‍تُمْ ‌وَلْيَسْأَلُو‌ا‌ مَ‍‍ا‌ ‌أَ‌ن‍‍فَ‍‍قُ‍‍و‌ا‌ ‌ذَلِكُمْ ۚ حُكْمُ ‌اللَّ‍‍هِ يَحْكُمُ ۖ بَيْنَكُمْ ‌وَ‌اللَّهُ ۚ عَل‍‍ِ‍ي‍‍مٌ حَكِيمٌ
Wa 'In Fātakum Shay'un Min 'Azwājikum 'Ilá Al-Kuffāri Fa`āqabtum Fa'ā Al-Ladhīna Dhahabat 'Azwājuhum Mithla Mā 'Anfaqū ۚ Wa Attaqū Allaha Al-Ladhī 'Antum Bihi Mu'uminūna 060-011 Indien eene uwer vrouwen, van u naar de ongeloovigen vlucht, en gij zijt schadeloos gesteld door het vluchten van eene der vrouwen van de ongeloovigen tot u geef dan aan de geloovigen, wier vrouwen ontvlucht zullen zijn, zooveel van de bruidschatten der laatsten, als zij voor de bruidschatten der eersten zullen hebben besteed, en vreest God in wien gij gelooft. وَ‌إِ‌نْ فَاتَكُمْ شَ‍‍يْء‌ٌ‌ مِ‍‌‍نْ ‌أَ‌زْ‌وَ‌اجِكُمْ ‌إِلَى‌ ‌الْكُفّ‍‍َ‍ا‌ر‍ِ‍‌ فَعَاقَ‍‍بْ‍‍تُمْ فَآتُو‌ا‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ ‌ذَهَبَتْ ‌أَ‌زْ‌وَ‌اجُهُمْ مِثْلَ مَ‍‍ا‌ ‌أَ‌ن‍‍فَ‍‍قُ‍‍و‌اۚ ‌وَ‌اتَّ‍‍قُ‍‍و‌ا‌اللَّ‍‍هَ ‌الَّذِي ‌أَ‌نْ‍‍تُمْ بِ‍‍هِ مُؤْمِنُونَ
Yā 'Ayyuhā An-Nabīyu 'Idhā Jā'aka Al-Mu'uminātu Yubāyi`naka `Alá 'An Lā Yushrikna Billāhi Shay'āan Wa Lā Yasriqna Wa Lā Yaznīna Wa Lā Yaqtulna 'Awlādahunna Wa Lā Ya'tīna Bibuhtānin Yaftarīnahu Bayna 'Aydīhinna Wa 'Arjulihinna Wa Lā Ya`şīnaka Fī Ma`rūfin ۙ Fabāyi`hunna Wa Astaghfir Lahunna Allāha ۖ 'Inna Allāha Ghafūrun Raĥīmun 060-012 O profeet! als geloovige vrouwen tot u komen, en u haar geloof bekennen, dat zij niets met God verbinden, niet stelen, geen overspel bedrijven, of hare kinderen niet dooden en niet zullen komen met eene lastering, welke zij tusschen hare handen en hare voeten hebben uitgedacht, en u niet ongehoorzaam zullen wezen, in hetgeen redelijk is, verbindt u dan met haar en vraagt vergiffenis voor haar aan God; want God is vergevensgezind en barmhartig. ي‍‍َ‍ا‌أَيُّهَا‌ ‌ال‍‍نَّ‍‍بِيُّ ‌إِ‌ذَ‌ا‌ ج‍‍َ‍ا‌ءَكَ ‌الْمُؤْمِن‍‍َ‍اتُ يُبَايِعْنَكَ عَلَ‍‍ى‌ ‌أَ‌نْ لاَ‌ يُشْ‍‍رِكْنَ بِ‍اللَّ‍‍هِ شَ‍‍يْ‍‍ئا‌ ً‌ ‌وَلاَ‌ يَسْ‍‍رِ‍قْ‍‍نَ ‌وَلاَ‌ يَزْن‍‍ِ‍ي‍‍نَ ‌وَلاَ‌ يَ‍‍قْ‍‍تُلْنَ ‌أَ‌وْلاَ‌دَهُ‍‍نَّ ‌وَلاَ‌ يَأْت‍‍ِ‍ي‍‍نَ بِبُهْت‍‍َ‍انٍ‌ يَفْتَ‍‍رِينَ‍‍هُ بَ‍‍يْ‍‍نَ ‌أَيْدِيهِ‍‍نَّ ‌وَ‌أَ‌رْجُلِهِ‍‍نَّ ‌وَلاَ‌ يَعْ‍‍صِ‍‍ينَكَ فِي مَعْر‍ُ‍‌وف‌‍ٍ‌ فَبَايِعْهُ‍‍نَّ ۙ ‌وَ‌اسْتَ‍‍غْ‍‍فِ‍‍رْ‌ لَهُ‍‍نَّ ‌اللَّ‍‍هَ ‌إِنَّ ۖ ‌اللَّ‍‍هَ غَ‍‍ف‍‍ُ‍و‌ر‌ٌ‌ ‌‍رَحِيمٌ
Yā 'Ayyuhā Al-Ladhīna 'Āmanū Lā Tatawallaw Qawmāan Ghađiba Allāhu `Alayhim Qad Ya'isū Mina Al-'Ākhirati Kamā Ya'isa Al-Kuffāru Min 'Aşĥābi Al-Qubūri 060-013 O ware geloovigen! knoopt geene vriendschap aan met een volk, waartegen God vertoornd is. Zij wanhopen aan het volgende leven, gelijk de ongeloovigen aan de opstanding twijfelen van hen, die de graven bewonen. ي‍‍َ‍ا‌أَيُّهَا‌ ‌الَّذ‍ِ‍ي‍‍نَ ‌آمَنُو‌ا‌ لاَ‌ تَتَوَلَّوْ‌ا‌ قَ‍‍وْماً‌ غَ‍‍ضِ‍‍بَ ‌اللَّ‍‍هُ عَلَيْهِمْ قَ‍‍دْ‌ يَئِسُو‌ا‌ مِنَ ‌الآ‍‍خِ‍رَةِ كَمَا‌ يَئِسَ ‌الْكُفّ‍‍َ‍ا‌رُ‌ مِ‍‌‍نْ ‌أَ‍صْ‍‍ح‍‍َ‍ابِ ‌الْ‍‍قُ‍‍بُو‌رِ
Toggle thick letters. Most people make the mistake of thickening thin letters in the words that have other (highlighted) thick letter Toggle to highlight thick letters خصضغطقظ رَ
Next Sūrah