Lam Yakuni Al-Ladhīna Kafarū Min 'Ahli Al-Kitābi Wa Al-Mushrikīna Munfakkīna Ĥattá Ta'tiyahumu Al-Bayyinahu
[98.1] De ongelovigen onder de mensen van het Boek en onder de afgodendienaren konden niet worden bevrijd, vََrdat een duidelijk bewijs tot hen gekomen was,
Wa Mā 'Umirū 'Illā Liya`budū Al-Laha Mukhlişīna Lahu Ad-Dīna Ĥunafā'a Wa Yuqīmū Aş-Şalāata Wa Yu'utū Az-Zakāata ۚ Wa Dhalika Dīnu Al-Qayyimahi
[98.5] En daarin werd hun slechts geboden Allah te aanbidden, oprecht zijnde in gehoorzaamheid jegens Hem, oprecht het gebed te onderhouden en de Zakaat te betalen. Dat is de ware godsdienst.
'Inna Al-Ladhīna Kafarū Min 'Ahli Al-Kitābi Wa Al-Mushrikīna Fī Nāri Jahannama Khālidīna Fīhā ۚ 'Ūlā'ika HumSharru Al-Barīyahi
[98.6] Voorwaar, de ongelovigen onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen in het Vuur der hel geworpen worden, daarin zullen zij verblijven. Zij zijn de slechtste der schepselen.
[98.8] Hun beloning is bij hun Heer; tuinen der eeuwigheid waardoor rivieren stromen en waarin zij voor altijd zullen vertoeven. Allah zal welbehagen in hen hebben en zij zullen welbehagen in Hem hebben. Dit is voor hem, die zijn Heer vreest.